Gaten in het wegdek moeten verboden worden. Helemaal als ze onzichtbaar zijn geworden doordat ze vol staan met regenwater, waarvan het oppervlak net zo zwart is als het asfalt eromheen. Van die gaten waar je in je haast onvermijdelijk in stapt om vervolgens ongenadig op je plaat te gaan. Dubbelgeklapte enkel, schaafwonden en een allesverterende drang om keihard te vloeken – dat werk. Dat je de rest van de dag kreupel loopt en met een gat in je panty en dat je niet fatsoenlijk kan zitten door de stijfheid in je heupen. En om het af te maken wil typen ook niet meer zoals het hoort omdat je pink opengeschaafd is precíes op het scharnierpunt vlak voorbij je nagel waardoor je dat niet meer buigen kan door de veel te grote pleister die je er noodgedwongen op geplakt hebt. Het wordt tijd dat ze op je werk kleinere pleisters leveren.
Maar het ergste? Het allerergste? Dat zijn de omstanders. Of, in dit geval, de omzitters. Want ik stapte dus verkeerd op een parkeerplaats en de omstanders zaten nog in hun auto. Als je graag aangegaapt wil worden, kan ik het je echt aanraden. Gewoon verkeerd stappen en onderuit gaan. Succes gegarandeerd, je zult worden aangegaapt. Wacht niet op hulp, ga zelf weer rechtop staan. Je zal jezelf moeten redden. Want aangapen, dat kunnen omstanders. Helpen of zelfs maar vragen of het wel met je gaat kunnen ze niet. Dus sta je op en loop je wankel en mank weg. Weg van die aangapers, weg van dat vervloekte gat. Reddend wat er te redden valt, meet je jezelf een trotse houding aan. Denk je. Er valt weinig te redden en half hinkend zie je er lang zo trots niet uit als je je probeert te voelen. De rest van de dag doe je je best de blos van schaamte van je wangen te krijgen, iedereen vervloekend die het waagt langer dan een halve seconde naar je te kijken. Heilig neem je je voor om voortaan een reservepanty mee te nemen naar het werk. En nooit, maar dan ook nooit zal je zelf een aangaper worden.
Natuurlijk niet.
Ik was een paar maanden geleden op straat gevallen en de mevrouw die zeker een meter of 20 van mij verwijderd was, kwam onmiddelijk aanlopen en vroeg of ze kon helpen. Niet iedereen is zo. En het werk(t).